Maleisië: een bijzonder land met bijzondere gewoontes en bijzonder weinig natuur.

2 april 2016 - Kuala Lumpur, Maleisië

Na 4 weken Vietnam was het tijd om in het vliegtuig te stappen en door te vliegen naar Maleisië. Ik had totaal geen beeld van wat ik me van Maleisië moest voorstellen en had me ook totaal nog niet ingelezen. Maar al gauw nadat ik aangekomen was in Kuala Lumpur kreeg ik steeds meer en meer een beeld van het land en ook de route die ik zou gaan maken. 

Maleisië is een moslimland en met ruim 18 miljoen moslims is het hoofddoek- en boerka-gehalte bijzonder hoog te noemen. En nu is daar niks mis mee uiteraard, respect voor elk geloof, en als je zelf nadenkt nog meer respect. Maar bij het zien van 8 jarige meisjes met een hoofddoek moet ik toch altijd even slikken.... Maar, zo dacht ik, misschien gaat dat wel wennen na een week of 4. Nu moet ik zeggen dat het per regio of eiland wel erg verschilt. Zo stikt het er in het land ook van de Chinezen en de Indiërs. En nu houd ik wel van Chinees eten, dus kon ik hier m'n lol op. Bami met wat vlees is altijd lekker! En het Indiase eten heb ik inmiddels ook ontdekt, dus qua eten zat ik hier wel 'gebakken' in Maleisië ;-). Maar al dat lekkere eten heeft er in geresulteerd dat ik ineens m'n babyvet weer terug heb gekregen. Dus werd het ook weer eens tijd om wat aan sport te gaan doen. Hardlopen it is. Dus in Kuala Lumpur aangekomen, m'n hardloopoutfitje aangetrokken en de renschoenen. Met de prachtige parken in de stad kon ik lekker kilometertjes maken en hopelijk zo onderweg m'n babyvet ergens lozen. Met zo'n 33 graden had ik besloten om niet in boerka te gaan hardlopen (dit keer), in tegenstelling tot enkele andere vrouwen die ik onderweg tegen kwam. Maar zonder die extra bedekking droop alsnog het zweet van m'n gezicht, laat staan die waterval die van m'n rug zo m'n bilspleet in liep. Maar ik had de smaak goed te pakken en liep om de dag hard in het zo mooi aangelegde park onderaan de Petronas towers, ook wel bekend als twin towers (maar dan die nog overeind staan). Nu bleken de torens in de avond nog een stuk mooier te zijn dan overdag. Dus besloot ik om die avond na het eten de torens te gaan bekijken. In mijn hostel had ik een Engelse dame ontmoet, die zonder ondertiteling niet te verstaan was, maar die graag met me mee wilde (zo begreep ik na Google translate). De dame kwam uit het noorden van Engeland, gelegen tegen de grens met Schotland. Nadat ik had aangegeven dat ik wat moeite had met haar accent (althans het begrijpen ervan), knikte ze vriendelijk en ging vervolgens weer verder kletsen zonder ook maar iets leesbaarder te spreken. De gehele avond heeft ze mij allerlei verhalen verteld en glimlachte en knikte ik beleefd. Maar geen idee wat ze zei....

Vanuit het park had je inderdaad een prachtig uitzicht op de 2 torens en kon je mooie foto's maken. In het donker waren de torens een stuk mooier en prachtig verlicht. Ook werd er een licht- en watershow gegeven in de vijver die we vanaf een brug in het park goed konden zien. Hiervandaan waren de onverstaanbare Engelse en ik dan ook druk bezig met foto's maken toen er druk op een fluitje geblazen werd door een vrouwelijke securitymeneer. En ze leek er nogal plezier in te hebben want ze blies op het fluitje totdat ze er haast bij neer viel. Waarom ze zo hard op d'r fluitje aan het blazen was, was voor ons nog steeds een raadsel. Vervolgens had ze (denk ik via fluitsignalen) een mannelijke collega erbij geroepen die net zo'n mooi fluitje had als zij en samen begonnen ze dan ook weer vrolijk te fluiten. Het gefluit begon wel steeds wat agressiever te worden en steeds dichter bij m'n oor. Maar met een beetje fantasie kon je er best een melodietje in horen. De vrouwelijke securitymeneer begon nu ook met schreeuwen naar ons in het Maleisisch. Maar helaas spreek ik (in tegenstelling tot al m'n andere Aziatische talen) de taal nog niet helemaal vloeiend en dus begreep ik nog steeds niet wat ze nou van ons wilde. Dus gingen wij rustig door met foto's maken, totdat uiteindelijk de meneer het woordje 'close' had gevonden in zijn Engelse vocabulaire en wij hieruit konden opmaken dat het park zou gaan sluiten en of we dus zo vriendelijk zouden willen zijn om op te hoepelen. Inmiddels was de vrouwelijke securitymeneer op de grond neergestort ten gevolge van een ingeklapte long en verlieten wij rustig het park. Het fluiten werd haar allemaal even teveel (arme opgefokte trut). 

Twin toners Singapore

Na 4 dagen Kuala Lumpur had ik de stad wel gezien. In tegenstelling tot veel andere Aziatische grote steden vond ik dit wel een aardige stad. Een stuk moderner dan wat ik eerder gezien had en niet zo vies en chaotisch. Nu is sowieso heel Maleisië een stuk westerser dan de rest van Azië. Zo kwam ik al aan in een bus die reed over een echte snelweg met zelfs vangrails aan de zijkant. Je zou het bijna fotowaardig kunnen noemen. Maar na wat gesport en wat geshop in Chinatown was het tijd om door te gaan naar Penang. Penang is een eiland aan de westkust van Maleisië. Nu is vrijwel alles wat ik in dit land bezocht heb gelegen aan de westkust of midden Maleisië, aangezien het regenseizoen hier nu bezig is en de volledige oostkant van het land ontoegankelijk is. En dat is geen grapje, de eilanden aan de oostkust zijn echt gesloten tijdens het regenseizoen en gaan pas weer open voor toeristen in maart/april. Dikke pech voor mij dus. Maar Penang zou een mooi eilandje zijn met een rijke geschiedenis en een hoop kunst, alleen het strand op dit eiland was ver te zoeken. Nu hoor ik u denken 'hoe kan dat nou op een eiland?', nou ik dacht hetzelfde. Er is wel zee rondom het eiland uiteraard (anders is het ook geen eiland), maar om er ook een strandje bij te maken, daar hadden ze hier niet echt aan gedacht. De stranden op het eiland waren te verdelen in 2 punten. In het noorden van Penang was een strandje en in het oosten. Maar laat dat nou net niet de plek zijn waar ze mijn hostel hebben neer gezet. Dus ik ben wel geteld wel 1x naar het strand geweest op dit eiland (moest 3 kwartier met de bus!). Voor mijn hostel lagen er alleen maar rotsen en dat ligt gewoon niet zo lekker als op zand. Maar dat mocht de pret niet drukken, want het eiland had nog veel meer te bieden dan alleen de zee. Met een mooie stadswandeling door Georgetown kon je mooie oude koloniale gebouwen zien die de Engelse hier hadden achtergelaten en mooie muurschilderingen die het plaatsje goed op de kaart hebben gezet. Elke dag liep ik hard door het centrum van de stad, langs de zee (waar je niet kon zwemmen) en de tussen de muren van het fort door die nog stamt uit het jaar 1810, wederom  mede mogelijk gemaakt door de Britten. En zo zag ik het hele stadje en was ik ook nog sportief bezig. In m'n hostel hadden ze een tv, een dvd-speler en een heel zwikkie dvd's, dus ook 's avonds was er vertier voor tien! 

Samen met een Duits meisje uit mijn hostel ben ik op Penang ook nog naar een national park geweest (ja ja you name it en Penang heeft het! (Of niet..)). Met de locale bus die ons wel €0,50 kostte (lang leve het gesubsidieerde openbaar vervoer in Maleisië), reden we in een uur naar de ingang van het park. In 4 uur tijd zouden we door het park heen kunnen wandelen richting de zee en weer terug. Maar wij hadden het tempo er goed in zitten dus dat lukte ons makkelijk in 3 uur.  2,5 Uur hadden we misschien ook net kunnen halen, ware het niet dat onze hangbrug waar we over heen moesten, gekaapt werd door een stelletje apen. We hadden geen onderhandelingsmaterialen (leuk woord voor galgje!) bij ons en om de beesten fysiek te lijf te gaan durfde we toch niet aan, ondanks mijn 2 jaar judoles die ik gehad heb... Dus zat er niks anders op dan te wachten tot de gehele familie aap uiteindelijk besloot om verder te trekken en de brug weer vrij te geven. Nu denk je misschien 'wat doe je moeilijk?', maar geloof me als ik zeg dat die apen echt kutbeesten zijn, die je echt aanvallen en je spullen jatten. Maar ondanks de apen was het park zelf wel erg mooi. Je waande je echt in een regenwoud met allerlei wilde dieren om je heen (dus niet alleen schijtapen). Zo kwamen we onderweg de mooiste vlinders tegen, hagedissen en zelfs een slang. Ook was er aan het strand een opvangcentrum gemaakt voor schildpadden met ODD, ADHD, PDD-NOS en andere psychische aandoeningen en konden we echte puppy schildpadjes van dichtbij zien. Als de schildpadjes er dan psychisch klaar voor waren, werden ze weer uitgelaten in zee.

Puppy zeeschildpadjes  Monkey in crime 


Weetjes over Maleisië.

Wist je dat:
- 30% van de inwoners Chinezen zijn
- Maleisiërs hun jas achterstevoren aan doen op de scooter (Waarom? Geen idee!)
- Maleisiërs achter elke zin 'lah' plaatsen als je Engels praten. Wat betekent: dude of gast of iets in die trant.
- het fluitje bij uitstek het favoriete speelgoed is van een agent of beveiligingsmeneer (ik denk dat ze hier ook speciaal een cursus in krijgen. Les 1: Hoe fluit ik zo hard en agressief mogelijk zonder enige boodschap over te dragen. 
- mensen eerst uit laten stappen in het openbaar vervoer als niet nodig wordt gezien door de Maleisiërs. Je stapt maar de volgende halte uit en als dat niet lukt blijf je toch nog gewoon een rondje zitten. (Tja manieren... Het blijft lastig!)
 
Na m'n relaxte tijd in Penang vond ik het na 3 dagen wel weer mooi geweest en pakte ik de boot naar het volgende eiland, genaamd Langkawi. Nu had ik geleerd van de vorige boottocht naar Penang, dus had ik m'n winterverpakking vast aangetrokken en lagen m'n handschoenen klaar bovenop m'n tas. Een of andere idioot had namelijk bedacht dat de mensen in de boot het vast fijn zouden vinden als de airco op 15 graden zou staan.... En nee, lekker warm buiten op het dek staan kon helaas niet, aangezien het een speedboot was waar je alleen binnen kon zitten. Zucht. 
In Langkawi liep ik helaas tegen hetzelfde probleem aan als in Penang, heel veel zee maar weinig strand. Ik had een klein hostel geboekt met een nog kleinere kamer. In de kamer stonden 4 stapelbedden, maar doordat het een beetje smal was, kon je alleen zijwaarts door de kamer voortbewegen. In het hostel kwam in een Ierse veteraan tegen en een meid uit Chili. We besloten om een een auto te huren en voor 1 dag het hele eiland rond te rijden. Alleen de Ier en ik hadden ons rijbewijs dus wij wisselde af met rijden. Nu moet ik er wel even bij vermelden dat de Ier al  30 jaar in Amerika woont en dus het links-rijden een beetje verleerd was. Nu had ik ook nog nooit links gereden, maar ik merkte dat ik er sneller gewend aan raakte dan ik dacht. De Ier probeerde echter aan het eind van de dag nog steeds de rotondes rechtsom te nemen. En het blijft wel een Ier ondanks zijn Amerikaanse paspoort, dus aan het eind van de dag moesten er een paar biertjes in waardoor ik uiteindelijk maar de rest van de middag achter het stuur ben gekropen. En navigeren hadden beide personen nog nooit gehoord, dus zo werd het voor mij nog een druk middagje. 
Gelukkig kregen we met de auto wel een beter beeld van het eiland en hadden we de mooie stranden in het noorden toch nog gevonden. Verder zijn er, naast de 2 grote steden in het zuiden en zuid-westen van het eiland, weinig plaatsen waar je lekker heen kan gaan om wat te eten. Al met al vond ik het eiland een beetje tegenvallen. Echt mooie of gezellige stadjes waren het ook niet en het enige mooie strand was helemaal in het noorden. Dus na een paar dagen had ik het wel weer gezien en was het tijd om door te reizen naar de Cameron Highlands. Inmiddels was ik ook weer herenigd met de Australiër Jack, die besloten had om de rest van mij reis door Maleisië met me mee te gaan. 

  Jump (zeg maar niks, ik vind springen gewoon leuk...)   Waterval  Het enige mooie strand qat ik gevonden heb in Maleisië  


De Cameron Highlands zijn, zoals de naam het al een beetje verklapt, de hooglanden van Maleisië. Het is hier een stuk koeler en door het specifieke klimaat wat er heerst groeien de aardbeien en theeplanten als kool. Dus was het tijd om maar weer eens op de scooter te stappen en rond te gaan rijden door de hooglanden. Zeker de theeplantages zijn echt prachtig om te zien. Met een excursie kom je langs de hoogtepunten van de hooglanden en kom je bij een bijenkwekerij, bloemenkwekerij, aardbijen kwekerij en uiteraard de beroemde Boh theeplantages. Jack en ik besloten om de volgende dag naar een uitzichtpunt te rijden vanwaar je een prachtig uitzicht had over de streek. Je moet er alleen wel rekening mee houden dat het na 3 uur volledig dicht trekt en je slechts nog uitzicht hebt op wolken, wolken en nog wat mist. Dus op de heen weg was het prachtig en op de terugweg zagen we alleen maar wit om ons heen. We vonden boven op de berg nog een leuke wandelroute die we besloten te volgen. Onderweg kwamen we een pittige tante tegen die volledig onder de modder weer naar beneden kwam klimmen. Ze zei dat het een zware beklimming was maar wel erg leuk. Dus wij lieten ons niet uit de weg slaan en de wandeltocht werd uiteindelijk een soort beklimming, waarbij ik eindelijk mijn kwaliteiten van de basisschool heb kunnen inzetten: slootjespringen. Als een soort Tarzan en Jane klimmende en klauterde we over wortels, enorme boomstronken en balanceerde we langs modderpoeltjes. Het was echt een prachtige tocht waarbij je je echt in het regenwoud waande, want het ging natuurlijk ook nog regenen... Maar om eerlijk te zijn hebben we het eindpunt niet weten te bereiken. Het was toch net even een tikkie te zwaar voor ons en onze kaplaarzen hadden we net niet bij ons. Maar des ondanks was het zeker de moeite waard om er een stukje gewandeld te hebben (lees: klimmen en klauteren). 

Tussen de theeplantages  Uitzicht  Cameron highlands   Cameron highlands is wel erg mooi 

Na de koelte van de Cameron Highlands was het tijd om weer een warmer plekje op te zoeken. We besloten om naar de Taman Negara te gaan. Een groot national park waar je allerlei trekking kunt doen en via een touwbrug over de boomtoppen kunt lopen. Het dorpje wat aan het national park ligt stelde echt niks voor. Ik denk dat er meer guesthouses dan gewone huizen zijn en met 3 restaurantjes zal je het moeten doen. Het was zoals wij dat noemen, echt een gehucht. Het national park zelf was mooi en keurig aangelegd met overal loopbruggen. Zelf vind ik dan dat het jungle effect er een beetje van af gaat, maar voor de wat oudere toerist was alles nu ook goed begaanbaar. En die oudere toeristen waren er in grote getale. Zij bevonden zich allemaal aan de andere kant van de rivier in de grote en luxe resorts, terwijl de arme backpackers aan de andere kant van de rivier in hostels zaten met nog 8 andere op je kamer. En terwijl wij 's ochtend op onze teenslippertjes en korte broek de jungle in liepen, gingen de club bejaarde gekleed in hun safari outfit met de verrekijker op de borst erop uit alsof ze voor dagen de jungle in zouden trekken. De tegenstrijdigheid was enorm en erg grappig om te zien. Maar niks dan lof voor deze mensen die op die leeftijd nog op avontuur gaan helemaal in Maleisië! Hoop dat ik dat ook nog doe als ik 65 ben ;-)

Hangbrug  Taman negara  Rivier taman negara 

Na 2 dagen in Taman Negara door te hebben gebracht wilde ik hier graag weer weg. Niet omdat het er niet mooi was, maar meer vanwege de insecten. En nu waren in dit geval de muggen nog niet zo erg. Maar in plaats daarvan vlogen daar een soort vliegen rond ter grote van mijn voet (en nu heb behoorlijke grote voeten), die een enorm hard geluid produceerde en die angstaanjagend waren. En helaas waren die niet alleen in de jungle zelf, maar ook in het hostel, de supermarkt en het restaurant. Nu is het wel leuk om erbij te vermelden dat onze kamer in het hostel wel een raam had, maar dan zonder glas met alleen een beetje tralies. Dat is handig, want dan kon je die beesten gewoon vanuit je slaapkamer een hand geven als ze voorbij vlogen. Of ze konden mooi naar binnen vliegen om bij je op de koffie te komen. Oftewel, ik bewoog mij daar rond alsof ik steeds op schrikdraad ging staan omdat er dan weer zo'n beest je aanvloog. Tijd voor wat anders dan jungle dacht ik zo!

Om het contrast lekker groot te maken besloten we van de jungle naar een wereldstad te gaan, oftewel Singapore! Ik had hier weinig verwachtingen van en dacht dat dit vast weer zo'n Aziatische grote stad is, waarvan ik er al zovelen heb gezien. Maar tot mijn verassing was Singapore echt geweldig! Het is een prachtige, goed georganiseerde en schone stad, waarbij je kan shoppen totdat je geen cent meer over hebt. Helaas zat mijn backpack als stampesvol dus hield ik het maar bij het bezichtigen van de gebouwen en de parken, ook heel leuk ;-). Vanuit ons hostel werd een gratis tour door de stad aangeboden waarbij je 4 uur lang naar de prachtigste uithoeken van de stad stepte. Onderweg een lichtshow en een watershow gezien en heerlijk gegeten. Zeker 's avonds licht de stad helemaal op en ziet het er adembenemend uit. Steppend door alle shoppingmalls en parken kreeg je een goed beeld van de stad. 2 Dagen was echter genoeg om een mooie indruk van de stad te krijgen, dus trokken wij daarna weer verder.

Op de step door Singapore  image   image  

Weetjes over Singapore.

Wist je dat:
- Je geen kauwgom mag kauwen in de stad
- er een boete van een paar honderd euro op staat als je spuugt op straat
- Singapore de duurste stad ter wereld is om in te wonen 
- ze hier Engels spreken, maar dan zo dat geen Engelsman (of überhaupt enige westerling) het verstaat. Ook wel, Singlish genoemd. 
- je heel veel niet mag in Singapore, maar wel je kinderen stokslagen mag geven. Speciale stokken hiervoor zijn overal te koop. Let op: rond de examenperiode gaat de verkoop hard. Wees er dus snel bij, want op=op!
- homo's verboden zijn in Singapore :-(

image  

 Vanuit Singapore namen we de bus weer terug naar Maleisië, naar Melacca om precies te zijn. Of Melakka of Melaca of Mellacca. Hoe je het nou schrijft weet niemand geloof ik, want je komt alle versies tegen. In ieder geval dat plaatsje wat vroeger van de Nederlanders is geweest. 'Daar ook al? Ja wij Nederlanders waren goed met kolonies!' Dus de conclusie die je hier uit kunt trekken is dat er dus een hoop Nederlandse gebouwen zijn in dit dorpje. En daar zijn er inderdaad wel een paar van, maar om nou te zeggen 'een hoop', dat niet. Want voor ons was het van de Portugezen en na ons in handen van de Britten. Het is dus een mengelmoesplaatsje geworden. Maar wel zo'n mengelmoes dat de mensen in Maleisië besloten om het op de Unesco erfgoed lijst te zetten. Het was een schattig stadje met een hoop kleine straatjes waaraan prachtige koloniale woningen stonden. We hadden dit keer eens een hotel geboekt met een zwembad dus konden we naast de stad bezichtigen ook nog lekker in het zwembad plonzen. Uiteindelijk zijn we 4 dagen in dit stadje geweest en hebben we een goed beeld kunnen krijgen van dit item op de Unesco erfgoedlijst. We hadden het per ongeluk zo getimed dat we in het stadje terecht kwamen in de tour de France van Maleisië. En niet zomaar een ronde, nee de finale ronde. Het hele dorp was er voor uitgelopen en alles wat afgezet. Het waren niet zomaar fietsertjes nee echte wielrenners die voornamelijk uit het westen kwamen (te zien aan de huidskleur). Alle politie agenten die er dorp had waren opgetrommeld en mochten zo trots als een pauw rondjes rijden op de motor. Inclusief reclamekaravaan, wielermeisjes en cameraploegen waande ik me echt even in een Frans dorpje waar ik zo vaak naar toe ben gegaan met m'n ouders om de Tour te gaan bekijken ik de zomervakantie.  Maar dit was de zogehete: Malaysia cycle round. Een ronde die in Langkawi gestart was en van het noorden helemaal naar het zuiden va Maleisië reed. Heel erg leuk om hier per toeval in terecht te komen. Het was een leuke afsluiter van mijn tijd in Maleisië. 
Ik sloot mijn reis af waar ik ook ben begonnen, namelijk Kuala Lumpur. Hier was ik wat vroeger naar toe gekomen zodat ik mijn visum nog kon regelen voor Indonesië. Helaas bleken de mensen niet zo snel te werken als dat er aangegeven werd op hun website en kwam ik uiteindelijk met lege handen te staan. Geen visum voor mij helaas. En dit betekende dat ik naar Indonesië zou vliegen en daar een visum in arrival zou krijgen. Heel fijn natuurlijk, maar dit visum is slechts 30 dagen geldig en na 30 dagen zou ik het land hoe dan ook weer moeten verlaten. Maar goed, dit was een zorg voor later. Nu eerst richting Bali vliegen om daar m'n ouders weer te zien na 5 maanden. Heel erg veel zin!

image 

Mijn eindconclusie die ik kan trekken over Maleisië is dat ik het land niet nog een keer zou willen bezichtigen. Het is een modern land met goede wegen wat voor de infrastructuur erg fijn is en zeker voor het wat snellere reizen. Maar qua natuur zou ik dit land niet aanraden. Ik heb het idee dat elk mooi stukje natuur wat Maleisië had is weggevaagd voor het plaatsen van palmolie plantages. Overal waar je kijkt zie je palmbomen, honderden vierkante kilometers aan palmolie plantages. Het is bizar om te zien en zo onwijs zonde van de, misschien wel, prachtige natuur die er had kunnen staan. Ook de stranden en eilandjes die ik bezocht heb vielen mij een beetje tegen. Maar waar ik me vooral over had verbaasd was de onvriendelijkheid van een hoop mensen. Waarom de bevolking moeite heeft met 'hallo' of 'dankjewel' zeggen is voor nog even een raadsel. Maar het was opvallend en zeker geen reclame voor dit land. Wellicht dat Borneo of het oosten van Maleisië nog een hoop te bieden heeft wat ik nu helaas gemist heb. Wie weet ooit... Maar tot nu toe staan andere landen nog even hoger op mijn lijstje. ;-)

Bedankt weer voor het lezen en mijn blog over Bali zal spoedig volgen!

Veel liefs,
Marlon


 

Foto’s

3 Reacties

  1. I. van der Werf:
    2 april 2016
    Dat was weer genieten, met een lekkere kop thee erbij. En: voor mij duurt 65 worden maar 4,5 jaar; dus kom maar op met dat adres van het luxe bejaardenhotel aan de andere kant van de brug.
  2. Carla berkman:
    2 april 2016
    Was weer heerlijk leesvoer voor de zaterdagochtend.
  3. Vivi:
    3 april 2016
    Was weer leuk om te lezen! Dus Maleisië kan ik beter overslaan...?