Australisch voor beginners (Deel 2)

8 augustus 2016 - Uluru, Australië

Onze reis door 'The Outback' begon met een bezoekje aan een boerderij. Via de vader van Jack konden we een paar nachtjes verblijven op een boerderij om het echte Australisch farmleven is van dichtbij te zien. Om er te komen moesten we de bewoonde wereld achter ons laten en diep de binnenlanden in rijden. De highway die ons naar de boerderij bracht was de enige snelweg die er was, maar om nou echt van een snelweg te spreken is misschien wat te veel aanzien. Aangezien de highway van 2 banen naar uiteindelijk maar 1 baan veranderde, waardoor je half van de weg moest rijden indien er een tegenligger tegemoet kwam rijden. Maar laten we niet vergeten dat je in the middle of nowhere bent, dus de kans dat je überhaupt iemand tegenkomt is vrij klein. Eens in het uur kwam er eens een auto of een truck voorbij. Maar dat was het dan ook wel. Na een paar uur rijden hadden we de ingang gevonden van de boerderij waar we zouden verblijven, genaamd Strathmore station. Maar dit betekende niet dat we er al waren. Misschien is het wel handig om er even bij te vermelden dat de omvang van de gehele boerderij groter is dan Nederland. Oftewel, nadat we op het eigendom van de boer waren aanbeland, moesten we nog zo'n uur rijden om ook daadwerkelijk bij het huis aan te komen. Al viel er meer te spreken van een heel dorp. Doordat dit zo'n enorm grote boerderij is (de grootste van Queensland), werken er hier heel wat mensen, die ook ergens moeten wonen aangezien ze niet aan het eind van de dag nog 3 uur kunnen gaan rijden om naar huis terug te keren. Dus krijgen alle mensen hier een eigen huisje, wat er uiteindelijk voor zorgt dat er een soort dorpje ontstaat. We werden ontvangen door de boer en zijn vrouw die ons een stacaravan aanboden om voor een paar nachtjes te blijven. De boer in kwestie is de op een na grootste boer in Australië (niet letterlijk natuurlijk). Met 7 verschillende boerderijen verspreid over het hele land is deze man multimiljonair. Maar als je hem ziet, zou je hem nog je laatste dubbeltje geven. Het is gewoon een hardwerkende boer, die houdt van z'n vak en het verder geen hol kan schelen hoe hij eruit ziet. Met inmiddels zijn vierde vrouw aan zijn arm, kon ik concluderen dat het ook haar geen hol kon schelen hoe hij eruit zag (als je begrijpt wat ik bedoel;-)). De boer zorgde dat al zijn werknemers accomodatie kregen en eten en drinken. Met een leuke Engelse meid in de keuken die voor al het eten zorgde, wist ik in ieder geval zeker dat wij niet om zouden komen van de honger. Die avond, na het diner, werd ons gevraagd of we er ook morgenochtend met 'smoko' zouden zijn. Geen idee wat het precies inhield, maar ik bedankte haar vriendelijk en vertelde haar dat wij allebei niet rookten. Waarna ze mij vervolgens uitlegde dat 'smoko' een soort laat ontbijt is om 9.30 uur aangezien de boeren vaak om 6 uur 's ochtends alleen een kop koffie willen. Om half 10 keren ze dan terug van het werk op het land om een uitgebreid ontbijt te nuttigen. Tja in dat geval zijn wij natuurlijk wel van de partij, smoko it is (eten, duhu!!). De weg naar oneindig  Eindelijk achter het stuur van een John Deere  

Aangezien wij het echte boeren leven wilden ervaren, moesten we natuurlijk ook om 6 uur 's ochtends op om met een van de werkers mee te lopen en te zien hoe het er hier allemaal aan toe gaat. Iedereen met een sigaret in de mond op weg naar hun taak voor die dag, gaf toch een bijzondere atmosfeer. De boerderij draait voornamelijk op het houden van koeien, die verspreid over ruim 2,5 miljoen hectare en prima leventje hier leiden. Eens per jaar worden de 80.000 koeien gevangen en verkocht om dan vervolgens weer nieuw koeien in te slaan en te laten grazen op het land. Maar aangezien je met een lasso niet zo gauw 80.000 koeien bij elkaar hebt wordt dit gedaan met 2 helicopters en een paar motoren op de grond om te koeien bij elkaar te drijven. Van een eigen vliegveld op de boerderij moet je dus niet opkijken. Ook als de boer een zakelijk afspraak heeft buiten het dorp pakt die liever het vliegveld dan tig uur te rijden. En tja geef hem eens ongelijk. Wij werden in een truck meegenomen naar een van de akkers. Want naast de 'caddle' die ze hier hebben, telen ze ook een soort zaad die als voer dient voor de kippen. Echter is dit maar een klein deel van de opbrengst van de boerderij, maar toch gaat het hier nog steeds om tig hectare grond waar dit plantje op groeit. En alle machines die ze hiervoor gebruiken hebben een heleboel onderhoud nodig. Voor mijn idee waren de meeste werknemers daar meer mee bezig dan al het andere werk. Tot mijn grote vreugde mocht ik meerijden op een van de enorme machines die de planten omhakt en de zaadjes eruit filtert. En om het nog beter te maken mocht ik zelf het apparaat besturen. Mijn geluk kon niet op!! :-) Die avond kwam een groep jongeren terug die werkten op de boerderij, maar die voor 3 weken weg zijn geweest omdat ze de omheining van het hele gebied aan het controleren waren. En aangezien het nou niet bepaald een postzegel is, waren ze dus 3 weken lang weg van het 'dorp'. Dus die avond was het feest! In de middag had ik de Engelse dame geholpen in de keuken en mocht ik me uitleven op het bakken van taarten en koekjes. Met een groot feest en een hoop alcohol en sigaretten sloot het hele dorp de dag af. Om vervolgens de volgende morgen weer om 6 uur aan de slag te gaan, en dit 364 dagen in het jaar. Respect voor deze harde werkers! 
Op de grote machine   Ik op de harvester 


Wist je datjes over Australië.
Wist je dat:
- er meer kangoeroes in Australië leven dan mensen
- de 10 dodelijkste dieren in Australië leven
- er plekken zijn in Australië waar nog nooit mensen zijn geweest
- de sterren op de Australische vlag een verwijzing zijn naar de Southern Cross
- Queen Elisabeth ook de koningin is voor de Australiërs 
- Australië kneiter groot, maar dan ook echt heel groot!
- Europa past bijna 2x in Australië
- er maar 4 miljoen meer mensen in Australië wonen dan in Nederland. 
Mooiste zonsondergang ooit!  Op weg naar nergens... 


Na 3 geweldige en interessante dagen was het tijd om afscheid te nemen van deze grote groep mensen, die meer als een familie voor elkaar zijn. En zo werden wij ook opgenomen in hun gemeenschap, super leuke ervaring! Het was tijd voor ons om richting Alice Spring te gaan rijden. Een grote stad die midden in de Outback ligt en dus niet bepaald makkelijk bereikbaar te noemen is. Het zou ons ongeveer 3 tot 4 dagen kosten om er te komen. Onderweg zouden we langs kleine dorpjes komen waar we dan weer even benzine konden halen. Maar vaak zat hier een hele tank tussen van uren en uren rijden. Onderweg kom je een enkeling tegen die je dan begroet met 'de vinger'. En dan heb ik het natuurlijk niet over de middelvinger. Aangezien je zo afgelegen bent van de rest van de beschaafde wereld wil je graag dat die enkeling die je tegenkomt wel je gezicht een beetje onthoudt. Mocht je dan toch na een aantal weken als vermist opgegeven worden, dan weet die enkeling in ieder geval nog waar die jou voor het laatst gezien heeft. En je hebt verder toch niks beters te doen, dus waarom zou je elkaar dan niet groeten. Dat groeten gaat dus als volgt: je steekt de wijsvinger op en soms doe je zelfs 2 vingers (als je in een gekke bui bent). Met een gemiddelde van ongeveer 5 tegenliggers op een dag van 8 uur rijden, ga je toch een soort uitkijken naar dit groetmomentje. Naast de normale pick-up trucks die je tegenkomt onderweg heb je ook nog de zogenoemde roadtrains. Dit zijn letterlijk vrachtwagens, zo lang als een trein, die over de weg rijden. Aangezien alles in de outback zo ver weg ligt van elkaar en er geen spoorweg doorheen gaat, moeten producten op deze manker vervoerd worden. De eerste paar keer kijk je echt je ogen uit als zo'n enorme vrachtwagen met soms wel 5 trucks erachter voorbij komt rijden. Een geweldig gezicht! En uiteraard krijgen ook deze chauffeurs 'de vinger'. 
Een Road train  Ergens ver weg van de bewoonde wereld...Gas op die lolly!  Wauw en wauw 


Even een lijstje van de wilde dieren die we gezien hebben tijdens onze trip door Australië. Want die is niet mis kan ik je vertellen. Oke komt ie:
- Krokodillen 
- Dingo's
- Harige en kale spinnen
- Wilde paarden
- Koala
- Vogelbekdier (heel uniek!!)
- Wilde kat
- Vleermuizen 
- Kangoeroes (heel veel) 
- Walibis 
- Boomslang
- Vissen (weet ik veel hoe ze heten, maar Nemo was 't niet)
- Kamelen
- Buidelrat
- Roofvogels 
- Emu's
- Stekelvarken(tje)
- Roodstaart parkieten
- Papegaaien

Met onze tent in de auto konden we vrijwel overal kamperen. Nu hadden we alleen 1 probleempje. En dat was dat de grond waar we onze haringen in moesten slaan nou niet bepaalt zacht was. Beter gezegd, het bestond gewoon volledig uit steen. Dus nadat we na een paar verwoede pogingen de haringen tot kurkendraaiers hadden geslagen konden we niet anders dan opgeven. We besloten om dan maar te gaan kamperen zonder de buitentent. Met alleen de binnentent opgezet en onze spullen erin konden we toch slapen en waaiden we niet weg. Ook hoefden we nou niet bepaald bang te zijn voor regen hier in de woestijn. Een fijne bijkomstigheid van kamperen op deze manier was dat we nu de prachtige sterrenhemel konden zien vanuit ons bed. Aangezien de binnentent volledig van gaas gemaakt was, sliepen we letterlijk onder de sterren. En niet zomaar een sterretje hier en daar, nee de prachtigste sterren die je ooit gezien hebt. Doordat je natuurlijk in The middle of nowhere bent, zonder ook maar enige verlichting in de nabije omtrek van zo'n 300 km, was het een perfecte omgevingen voor sterrenkijken. Zo onwijs veel sterren had ik nog nooit gezien. En ik heb zelfs een maanopkomst gezien, wist niet eens dat dat bestond, maar ik heb hem gezien en het was geweldig kan ik je vertellen! Waarom nog de buitentent opzetten, dit was veel beter. Niet in slaap vallen door schaapjes te tellen, maar door het aantal vallende sterren te tellen. Wat wilt een mens nog meer!?
Rennen dan!  Road trip 


Na op de meest verlaten plekjes gekampeerd te hebben met de mooiste omgeving om ons heen kwamen we dan eindelijk na 4 dagen rijden aan in Alice Springs. Waar we uiteindelijk toch zeker 3 uur doorgebracht hebben. Wat een verschrikkelijke stad was dat! De stad zelf was niet erg groot en de sfeer die er hing trok mij nou niet bepaald. In de stad leven heel veel Aboriginals, zoals in de vele dorpjes waar we onderweg doorheen gereden zijn in de outback, maar de meeste aboriginals werken niet en drinken veel. Ze hangen meestal in groepjes op straat en zijn vaak dronken doordat ze zo slecht tegen alcohol kunnen. Ik voelde me hierdoor niet echt op mijn gemak in de stad en aangezien er toch verder niks te zien  was besloten we na onze boodschappen en tankbeurt weer verder te rijden. De reis door de outback gaat niet geheel zonder risico's. Zo zijn er eigenlijk 2 games die je gedurende de hele rit speelt. En nee een daarvan is niet Pokémon Go. In plaats daarvan speelde we het spelletje: 'Probeer geen Kangoeroe dood te rijden'. En dit was makkelijker gezegd dan gedaan. Zeker in de namiddag werden de kangoeroes erg actief en hopten ze overal op de weg. Gelukkig kregen we uiteindelijk geen 'game over' en hebben we alle kangoeroes kunnen ontwijken, maar een eitje was het zeker niet. Een aantal kangoeroes hadden zeker een engeltje op hun schouder, want die misten we maar op een haartje na. Ook de loslopende koeien en stieren op de weg wil je liever niet aanrijden aangezien die toch wat krasjes op de lak van Keith achterlaten, maar gelukkig kon je die wat beter van een afstandje op de weg zien staan. Het andere spelletje wat we speelden was: 'halen we de rit of niet'. Dit spelletje bestond er voornamelijk uit om ervoor te zorgen dat we van het ene plaatsje naar het andere plaatsje konden rijden zonder een lege benzinetank te krijgen onderweg. En met soms uren en uren rijden voordat je bij het volgende dorpje aankwam, was dit soms best even spannend of we het wel zouden halen. Zeker nadat het benzinelampje gaat branden en je weet dat je nog ongeveer 70km kan rijden en je er vervolgens na 70km nog niet bent... Gelukkig hebben we uiteindelijk geen ene keer met een lege tank gestaan en hebben we dus ook dit spelletje tot een goed einde gebracht. 
Een splitsing!  Ergens remote  Het rode zand van The outback  Prachtige uitzicht  


Na Alice Springs reden we richting Uluru, ook wel bekend als The Ayers Rock. Dit was echter nog 2 volle dagen rijden voordat we daar aan zouden komen. Onderweg weer gekampeerd op de meest verlaten plekjes onder de prachtigste sterrenhemel die je je kunt bedenken. Uiteindelijk aangekomen in Uluru vonden we de mooiste kampeerplek ooit! Je kon er echter alleen met een 4wheeldrive auto komen, maar aangezien wij dat hadden was dit geen probleem. In tegenstelling tot andere die het ook probeerden en die wij vervolgens weer uit het zand moesten trekken. Maar dit resulteerde erin dat we wederom weer een rustig verlaten plekje hadden om de nacht door te brengen. En wat zo mooi was aan deze plek was dat het op een heuvel was gelegen die uitkeek op Uluru zelf. Echt ongelooflijk mooi en zo uniek! Dit uitzicht valt echt met geen pen te beschrijven. De foto spreekt voor zich. ;-)
Ons uitzicht op de camping  Onze geweldige campingspot met uitzicht op uluru 


De volgende dag gingen we dan het national park in waar je de 'rock' van dichtbij kan zien. Die avond ervoor hadden we al de prachtige zonsondergang mogen aanschuiven waarbij de kleuren van de rock veranderden in rood, bruin, paars en oranje. Wederom weer een momentje waarbij ik dacht: dit is wat ik altijd al wilde zien in Australië. En zo mooi als het op de foto's is als je het gaat Googelen, in het echt is het nog mooier! Maar de volgende dag konden we de rock zien met daglicht en onder leiding van een tour met gids. Uluru is een heilige plaats voor de Aboriginals en de gids vertelde ons uitgebreid over de cultuur en het geloof van de Aboriginals. Een interessante cultuur kon ik uiteindelijk concluderen waarbij discriminatie tussen mannen en vrouwen niet onder stoelen of banken geschoven wordt. Onze vrouwelijke gids mocht niet eens sommige dingen vertellen over de cultuur omdat zij een vrouw was, ook mocht ze bepaalde voorwerpen niet aanraken en mocht ze niet in sommige plekken komen in het national park. Een beetje verbazingwekkend vond ik het wel. Na de tour besloten Jack en ik, rebels als dat we zijn, de Uluru te gaan beklimmen. Dit wordt ten strengste afgeraden door iedereen in het park omdat hier inmiddels al 34 doden bij zijn gevallen de afgelopen jaren, maar meer nog omdat het een heilige berg is die je dus niet mag beklimmen volgens de Aboriginals. Vooruitzichten zijn dat de beklimming binnen nu en 2 jaar volledig verboden gaat worden. Voor mij des te meer reden om het nu zeker te doen. Het is niet illegaal om het te doen en er zijn zelfs kettingen aangebracht waaraan je je vast kunt houden tijdens de beklimming. Het word je alleen gevraagd het liever niet te doen. Noem mij dan maar respectloos, maar dit is iets wat ik zo graag wilde doen, dat liet ik niemand mij nu nog  afpakken. De klim was zwaar, heel zwaar. Het gaat zo onwijs stijl omhoog dat de kettingen niet alleen dienen om je aan vast te houden, maar om jezelf er soms ook gewoon aan op te trekken. Dat dit een gevaarlijke klim is kon ik niet anders dan alleen maar beamen. Maar het was het meer dan waard. Een beklimming die zeker in mij top 3 komt! Wat een geweldig uitzicht heb je bovenop de berg, echt ongelooflijk mooi! Doordat haast niemand zich nog waagt aan de beklimming waren we zo goed als de enige op de rock. Echt genieten was het. Alleen de tocht naar beneden was wat spannend en ging soms gepaard op de kont. Maar ik ben zo blij dat ik dit gedaan hebt en nog mee heb mogen maken voordat ze het volledig sluiten. Onvergetelijk ervaring! 
Prachtige kleuren van Uluru  Voor Uluru 


Weetjes over Uluru.
Wist je dat:
- Uluru helemaal geen rock (monoliet) blijkt te zijn
- Uluru dus ook niet de grootste steen ter wereld meer is, zoals eerst aangenomen werd
- De Rock eigenlijk een stuk berg is dat gekanteld is door aardverschuivingen
- Uluru 348 meter hoog is en een omtrek heeft van 9 km
- Er ongeveer een half miljoen bezoekers jaarlijks komen
- Wanneer het regent in Uluru (zeer zeldzaam gebeuren) er watervallen ontstaan op de rock
- Er muurschilderingen aanwezig zijn op de rock die al honderden jaren oud zijn
- Uluru de Aboriginal naam is en Ayers rock een naam is bedacht door de Australiërs ter verwijzing naar de ontdekker hiervan
- De kleuren van Uluru continu veranderen door het verschillende daglicht 
- Er in the outback en vooral in Uluru overdag zo onwijs veel vliegen zijn, dat je er gestoord van wordt!
- Je niet moet denken dat je alleen bent als je de zonsondergang gaat bekijken, nog zo'n 300 andere toeristen hebben dit zelfde idee...
In Uluru national park   Het rood van uluru  


We besloten uiteindelijk om 2 dagen door te brengen in het national park. Er is namelijk nog meer te zien dan alleen Uluru zelf. Er zijn ook nog anderen steenformaties te bezichtigen die ook een prachtig schouwspel bij elkaar vormen. En uiteindelijk het kamperen op onze prachtige locatie maakte het hele plaatje compleet, het echte Australië gevoel. Dit werd nog wat meer benadrukt door onverwacht bezoek dat we kregen tijden het koken van ons avondmaal. Terwijl ik heerlijk ons vlees aan het bereiden was, wees Jack mij er heel vriendelijk op dat we bezoek hadden en ik even achterom moest kijken. Daar stonden 2 uitgehongerde Dingo's die graag een vorkje mee wilden prikken. Als eerste reactie vluchtte ik naar de auto waarna ik uiteindelijk toch besloot om eerst het vlees te redden (het is toch míjn avondeten) en dan naar de auto te vluchten. Ondertussen ging Jack de dingo's te lijf met een bijl en een hamer. Het onverwachte bezoek keerde gelukkig uiteindelijk om en ging een deurtje verder naar eten zoeken. Die avond hoorden we nog urenlang het gehuil van de Dingo's in de verte. En met de volgende ochtend een verse drol naast onze tent, wisten we dat de Dingo's niet geheel tevreden waren met onze gastvrijheid. Wat jammer nou! 
Bovenop Uluru  Uluru  Wat een uitzocht!   We rule!  


Coober Pedy was onze een na laatste stop voordat we de outback zouden verlaten. Coober Pedy is een stadje met 3500 inwoners gelegen in The middle of nowhere. De naam Coober Pedy is afkomstig van Kupa Piti, een Aboriginal naam, die 'witte man in gat' betekent. In dit stadje draait alles dus om mijnen. Het wordt ook wel de Opaalhoofdstad genoemd. Oftewel er wordt hier dus gezocht naar opaal. En voor diegene die geen idee hebben wat dit is: Dit is een halfedelgesteente met prachtige kleuren, zoals blauw, groen, zwart en wit. De steen wordt met name gebruikt om juwelen van te maken en de waarde van een mooiere heldere opaal met veel kleuren kan oplopen tot een miljoen. Dus mocht je je afvragen wat ik voor een steen om mijn nek heb hangen... Tja kon ik toch niet laten, als je dan toch in dé opaalstad van de wereld bent. Dus ik heb voor een godsvermogen om mijn nek hangen (of nouja zoiets dan.. :-p). Coober Pedy trekt jaarlijks heel wat toeristen. Niet alleen om de mijnen van dichtbij te bekijken en opaal te kopen, maar ook omdat dit een hele bijzondere stad is. De stad ligt zo afgelegen van de rest van de bewoonde wereld en kent zulke bizarre weersomstandigheden dat de meeste inwoners ondergronds leven. Met een gemiddelde temperatuur van rond de 50 graden bijna het hele jaar rond was leven bovengronds geen optie, dus kwamen ze met het geniale idee om dan maar onder de grond te gaan wonen, een stuk koeler. En niet alleen wonen ze daar, maar het gehele dagelijkse leven speelt zich ondergronds af. Zo werken ze ondergrond (duhu, mijnen zijn vaak onder de grond), maar ook hebben ze kerken en hotels ondergronds. Als je door het stadje zelf loopt (bovengronds) dan is het ook moeilijk voor te stellen dat hier 3500 mensen wonen, want veel huizen zie je niet. Wat je wel ziet zijn schoorsteenpijpen die boven de grond uitsteken. Een teken dat daar onder de grond dus een huis is van iemand. Gelukkig was het winter toen wij er waren en was het behoorlijk frisjes te noemen met maar 20 graden. Maar dit vind ik toch een stuk behaaglijker dan hier met 50 graden rond te lopen. De sfeer in de stad vond ik erg bijzonder. Iedereen die je op straat tegenkomt loopt met een gebogen hoofd naar de grond te staren. En dit is niet omdat ze zo verlegen zijn, maar omdat er wel eens opaal op de grond zou kunnen liggen. Je hoeft namelijk niet heel diep te graven om opaal te kunnen vinden, het zou dus zomaar kunnen dat er een stuk opaal voor het oprapen ligt. En aangezien ik integratie erg belangrijk vind, liep ik uiteindelijk ook altijd met een voorovergebogen hoofd naar de grond te staren, op zoek naar misschien wel die miljoenen schat. En tot mijn grote verbazing vond ik zowaar ook nog wat! Een paar kleine stukjes witte opaal. De waarde is nou niet om over een huis te schrijven, maar als een kind zo blij was ik met mijn vondst! (Een carrièreswitch als opaalmijnwerker werd in overweging genomen, heb schijnbaar talent :-p). We bezochten in het stadje een ondergronds huis dat opengesteld was voor toeristen, maar waar nog steeds mensen in woonden. Ook een ander ondergronds museum konden we gratis bezoeken en met een uitzichtpunt boven op een berg had je een prachtig uitzicht over dit vreemde landschap. Je kreeg een beetje het idee alsof je op Mars was. Geen wonder ook dat vele films hier opgenomen zijn in het verleden. In alle winkeltjes in de hoofdstraat (er is maar 1 grote straat) pronken de mooiste opalen die je je kunt voorstellen. Dus als een soort ekster liep ik van winkeltje naar winkeltje om al het pracht en praal te bewonderen en de verhalen aan te horen van de mijnwerkers. Tot mijn verbazing kwamen de meeste mijnwerkers uit Griekenland (vraag me niet waarom). Maar ze konden allemaal boeiende verhalen vertellen over het werk wat ze deden en wanneer ze hun laatste vondst opgegraven hadden en wat de waarde ervan was. Fascinerend vond ik het allemaal! Uiteindelijk mijn eigen opaal aangeschaft, een speciale souvenir aan deze hele speciale plek. 
Schoorsteenpijpen in Coober Pedy   In Coober Pedy  
Met een beetje pijn in onze nek vertrokken we naar onze laatste stop in de outback voordat we weer terug zouden keren naar de bewoonde wereld was Lake Ayr. Dit is een gigantisch zoutwater meer dat door de hitte van de Australische zon volledig droog is komen te staan. Dit resulteert in een gigantische zoutoppervlakte waar je overheen kunt lopen. Een beetje vergelijkbaar met de zoutvlakte in Zuid-Amerika, maar dan op z'n Australisch. Eens in de zoveel tijd, als het heel veel regent, loopt het meer weer vol. Dit gebeurt alleen slechts zeer sporadisch aangezien het midden in de woestijn gelegen is. Uiteraard zul je net zien dat wanneer wij er zijn het hondenweer is. Het meer was nog steeds volledig opgedroogd maar de regen zorgde ervoor dat de weg van en naar het meer zo goed als onbegaanbaar werden. De heenreis van 3 uur rijden op een onverharde (ernstig hobbelige) weg was nog te doen, maar de terugreis daarentegen was nogal uitdagend te noemen. Door de lange droogte en de plotseling hevige regenval veranderd de weg in een grote modderbaan. De terugweg deden wij dan ook meer zijwaarts schuivend dan echt rechtdoor rijdend. Met nul grip meer op de weg en Keith volledig onder de modder gleden wij weer terug naar het eerst volgende plaatsje. Het is vergelijkbaar als rijden op ijs met zomerbanden maar dan nog ietsjes erger. Wij spinden letterlijk elke zoveel 100 meter in de rondte. Onderweg kwamen we trucks tegen met caravans erachter, waarvan ik mij toch ernstig afvroeg hoe die in godsnaam de rit moesten gaan overleven (niet!). Onderweg hadden we nog een gekke Duitser op de fiets opgepikt die niet meer vooruit kon door de modder en wanhopig smeekte om een lift. Na 4 zeer spannende uren en een auto die volledig van kleur was verandert arriveerden we in het dichtstbijgelegen dorpje. Hier gooiden we de Duitser weer uit de auto en kregen we nadien te horen dat de weg waar wij zojuist over hadden gereden afgesloten was vanwege de onbegaanbaarheid. Fijn dat ze ons ook hierover hadden ingelicht (ahum). 
Het zoutmeer   Wederom achter het stuur   


Na onze laatste nacht in de outback reden we met onze rode, in plaats van witte, auto richting Adelaide. De mensen in Adelaide keken wat verwonderlijk naar onze auto en konden toch al gauw de conclusie trekken dat we de afgelopen dagen niet in een stad hadden doorgebracht. Het voelde raar om weer in een stad te zijn na 2 weken doorgebracht te hebben in de wildernis. De mensen om ons heen leken weer haast te hebben en waren volledig gefocust op hun telefoon. Waarbij ik me vervolgens afvroeg: 'Waar is überhaupt mijn telefoon?' Een product wat vrijwel nutteloos was geworden in de outback doordat we toch geen bereik hadden. Al was de andere helft van de wereld vergaan, dan nog zouden wij het pas 2 weken later te weten komen. En eigenlijk was dit een best wel fijn gevoel, om even helemaal afgezonderd te zijn van de rest van de wereld. De mensen daar in de stad moesten wel denken: 'Wat zijn dat nou weer voor plattelandsfiguren?' In Adelaide verbleven we in een prachtig historisch hotel midden in het centrum. Waarbij we dus ineens weer moesten betalen voor het parkeren en ik niet meer zomaar op elke hoek van de straat mijn plasje kon gaan doen. Ik had toch best veel plezier gekregen in het wildplassen uiteindelijk. De stad zelf had een hoop oude gebouwen en een prettige sfeer. We konden hier echter niet al te lang blijven hangen doordat we nog meer bezienswaardigheden op ons lijstje hadden en mijn vlucht ineens alweer dichtbij kwam. 
Rode Keith ipv wit  


Vanuit Adelaide reden we richting Melbourne om vanaf daar nog de Great Ocean Road af te rijden. Een prachtige route langs de kust (de naam verklapt het al een klein beetje..) waarbij je langs de bekende 12 apostelen rijdt. Voor diegene die nu 12 gelovige mannen voor zich zien, dit zijn 12 rockformaties in de zee die erg beroemd zijn voor Australië. Wij zette de route uiteindelijk voort richting ons laatste national park van deze trip, namelijk het Koziosco park. Een national park met de hoogste berg van Australië en vele skiresorts. Een beetje een apart gezicht om 'á la Oostenrijkse' skidorpjes te zien met skiliften die de bergen op gaan. Maar uiteindelijk kreeg ik dan toch het bewijs dat het hier wel degelijk kan, skiën. Met sneeuw op de hoogste berg in Australië kregen mijn hersenen toch een kleine error, want sneeuw en Australië gingen voor mijn idee niet samen. Maar het tegendeel werd me bewezen. En hiermee had ik werkelijk alle seizoenen van het jaar in 1 land en in 1 trip gezien. Iets om best bijzonder te noemen.
Sneeuw in Australië ??!  12 apostelen  


We eindigden onze road trip in Melbourne. Hier verbleven we nog een paar nachtjes om bij te komen van alle avonturen die we de afgelopen 2 maanden beleeft hadden. Want wat was het een avontuur, een geweldig avontuur! Met speciale dank aan mijn reismaatje, gids en vriend voor het leven Jack. Dankzij hem heb ik mijn reis op deze manier kunnen maken en heeft hij me de mooiste plekjes van het land laten zien in 2 maanden tijd en met 15.000 km op de teller. Thanks Jack you are amazing! Nu tijd voor een nieuw avontuur, tijd voor een nieuw land en weer een hele nieuwe ervaring. Het is tijd voor Nieuw-Zeeland! New Zealand here I come!! :-)

Veel liefs, 
Marlon 
 

Foto’s

3 Reacties

  1. I. van der Werf:
    8 augustus 2016
    Dat ook wij in een verzengende hitte, in een kilometerslange Stau op de Duits A3 hebben gehoopt het volgende tank- en waterstation gezond en wel te halen maakt ook onze roadtrip van wel 11 dagen best wel spannend. Toch? xxx. Irene.
  2. Rob Bremer:
    8 augustus 2016
    In Coober Pedy een wintertemperatuur van 20 graden; in H.I. Ambacht gaan we daar in de zomer zelfs nog onder de komende dagen:-)
    Weer een te gek avontuur, ik kijk nu al uit naar de verhalen over het land van The Lord of Rings. Doe Gandalf de groeten en geniet daar net zoveel als je in Australië gedaan hebt.
  3. Carla berkman:
    9 augustus 2016
    Amazing story. Dank je xxxxc